Persbericht: Volendam 7-6-2017
Schrijver Eddy Veerman in gesprek met Snowboarder Chris Vos
’Die blik in de ogen van Dafne Schippers’
Eddy Veerman schrijft wekelijks het Paralympisch Journaal in de Telegraaf. Daarnaast schreef hij onder meer de biografieën van Esther Vergeer en Jan Smit en onlangs kwam zijn boek 'Was Getekend 2, de inspirerende verhalen van zestien Paralympische sporters’ uit. Eddy volgt snowboarder Chris Vos op de voet en schrijft zijn belevenissen op in columns. Dat en meer zal volgend jaar rond de Paralympische Spelen van Pyeongchang leiden tot een boek.
"In gesprek met Snowboarder Chris Vos"
,,Ik ben me ervan bewust dat het allemaal is om straks te pieken op die Paralympische piste, maar deze maanden zijn gewoon écht niet leuk. We trainen doordeweeks zó hard, dat ik in het weekeinde niks meer waard ben. En bij ons thuis geldt dat keer twee. Want mijn vriendin Lisa Bunschoten bereidt zich net zo toegewijd voor op het Paralympisch seizoen als ik. Dat we trainingsarbeid van een tijdsbestek van normaal gesproken drie jaar nu in achttien maanden hebben gestopt, dat zegt genoeg. Gelukkig gaan we af en toe naar buiten en is er ook ruimte om te golfsurfen en crossfitten op het strand.
Ik ben een groot Max Verstappen-fan en kijk ook heel graag naar Dafne Schippers. Onlangs zag ik in een week tijd van dichtbij hoe gefocust zij kunnen zijn. Als we op Papendal trainen, komt het wel eens voor dat we met Dafne in de gym zitten. Dan gedraag ik me wel anders, ben ik op een of andere manier toch een beetje zenuwachtig. Die blik in haar ogen. Ze kijkt straight forward. Niet met een gelaatsuitdrukking van: zullen we even gezellig kletsen? Logisch, want ze is aan het trainen. Ik kijk goed naar welke diverse trainingsvormen zij gebruikt. Ze is een beest in de gym en het is fantastisch om te zien.
Max heb ik vorig jaar al mogen ontmoeten in de Red Bull VIP-lounge en laatst bezocht ik hem in Zandvoort in de pitbox. Met betonnen muren om je heen een oorverdovend lawaai. Holy shit, dacht ik. Ik had plugs gekregen voor in m’n oortjes, maar vroeg me af of ik ze wel had ingedaan, wat een lawaai maakt een F1 auto. Max was superrelaxed, maar in de auto is er die focus op het gezicht. Hij knalt weg en maakt er met 300 km per uur een spektakel van. Wat een mooie ervaring. Als racefan - en ik heb als kind veel gekart - kijk ik naar alle wedstrijden.
Ik lees en kijk ook interviews. Dan zie je wat voor vragen er op hem afkomen. Of hij miljonair is, bijvoorbeeld. Pff. Dan gaat het bij mij koken. Je snapt dat hij daar zoveel geld mee verdient, maar waarom daar op inzoomen? Het mooie is, Max blijft relaxed, terwijl hij zo’n journalist misschien het liefst buiten de deur zet. Hij is een sportman in hart en nieren. Altijd op reis, hij moet er zoveel voor laten. Wij reizen ook veel, maar bij hem komt erbij dat miljoenen mensen hem te gek vinden. Maar er ontstaat ook een verwachtingspatroon en mensen gaan opeens twijfelen als hij een keer vijfde in Monaco wordt. Maar hoe lang is hij pas bezig en hoe jong is hij nog? (zelfde leeftijd als ik)
Ik vind het leuk om andere sporters te volgen, te zien wat ze doen en hoe ze tegen de sport aankijken. Ik bekijk de resultaten, maar ook hoe ze omhoog klauteren als ze iets minder hebben gepresteerd. Wat ik mooi vind aan Max, is dat het niet uit maakt wie het is, hij is altijd vriendelijk en beleefd. Ik werd op WK snowboarden al gestrest van een paar camera’s om me heen en de dopingcontrole. Maar ik kan er dus ook heel anders op reageren, als ik zo naar Max kijk. Dat is beter dan een pruimgezicht wat ik dan trek en voor mij een prima les om dat anders te doen.
Terug naar de training. We zijn superfit. Tijdens de vorige zomer hebben we alleen maar binnen gezeten, maar nu gaan we iets meer naar buiten, omdat we de kracht al hebben waar we vorig jaar de hele zomer over deden. De trainer heeft er toch nog een week aan vastgeplakt… Het is beestachtig zwaar. Dat wist ik van tevoren en ik heb me er op ingesteld. Je moet nog meer offers brengen. Ik wil in het weekend leuke dingen doen, maar ik ben te moe. Het energieniveau wordt lager, daar word je zelf ook niet gezelliger van.
Wat energie geeft, is dat de suspensionbouwer een nieuwe wat lichtere veer heeft gebouwd voor mijn prothese en die gaan we binnenkort testen. Als dat goed bevalt, gaan we een weekeind naar de sneeuw om meters te maken en te wennen. Het is wel spannend, want eigenlijk zijn we er heel laat mee. Het moet deze zomer immers gebeuren. Als het straks niet oké voelt, ga ik er niet op rijden tijdens de Paralympische Spelen. Ik heb er wel vertrouwen in en het is best leuk om het allemaal uit te vogelen.
Er wordt nu al gespeculeerd over de wedstrijden van het komend seizoen, dat maakt me wel zenuwachtig. Het gaat kriebelen. Ook omdat je in een waas zit van trainingen en nog meer trainingen gaat het opeens zo snel. Voor je het weet is het weekeinde. En voor je het weet, sta je in de sneeuw en begint het nieuwe seizoen. De Spelen, ze lijken ver weg, maar komen superdichtbij.”
Verder communicatie via de Website en social media.
Publicatie in de media is toegestaan